Problemen met het beheer van mobiele apps oplossen

Als u geavanceerd mobiel beheer aanzet en een gebruiker Android Device Policy niet heeft ingesteld (Android) of de Google Device Policy-app niet heeft geïnstalleerd (iOS), kan de gebruiker mogelijk geen werk-apps vinden en installeren.

Android: Als een Android-gebruiker geen toegang heeft tot Managed Google Play , vraagt u de gebruiker de instructies voor probleemoplossing te volgen in Over Android Device Policy.

iOS: Als een iPhone- of iPad-gebruiker geen apps kan downloaden via de Google Device Policy-app of als de Google Device Policy-app niet is geïnstalleerd, vraagt u de gebruiker de instructies te volgen in De Google Device Policy-app voor iOS gebruiken.

Als u een app van derden, een privé-Android-app (in de Beheerdersconsole), privé-web-apps voor Android of een privé-iOS-app toevoegt, kunt u instellen welke organisatie-eenheden en groepen toegang hebben. Als een gebruiker niet bij een organisatie-eenheid of groep met toegang hoort, kan deze de app niet installeren.

Als u wilt checken of de app beschikbaar is voor de gebruiker, noteert u eerst de beschikbaarheid van de app:

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga naar Menu  Apps > Web- en mobiele apps.

   Hiervoor is het beheerdersrecht Mobiel apparaatbeheer vereist.

3. Plaats in de lijst met apps de muisaanwijzer op de app en klik op Toegangsgegevens.
4. Noteer voor welke organisatie-eenheden en groepen de app aan- of uitstaat.

Check nu de organisatie-eenheden en groepen van de gebruiker:

1. Klik links op DirectoryGebruikers.
2. Zoek de gebruiker in de lijst en klik op de naam.
3. Kijk onder de naam van de gebruiker bij welke organisatie-eenheden de gebruiker hoort.
4. Kijk in het deelvenster Groepen van welke groepen de gebruiker eigenaar, beheerder of lid is. U moet mogelijk op Groepen klikken om de hele lijst te zien.

Als de app uitstaat voor de organisatie-eenheid of groep van de gebruiker, heeft u verschillende opties, afhankelijk van de strategie voor gebruikersbeheer van uw organisatie:

• Verplaats de gebruiker naar een organisatie-eenheid waarvoor de app aanstaat.
• Voeg de gebruiker toe aan een groep waarvoor de app aanstaat.
• Zet toegang aan voor een organisatie-eenheid of groep of wijzig de prioriteit van groepen, zodat de app wordt aangezet voor de groep van de gebruiker.

Als u geavanceerd mobiel beheer gebruikt, kunt u met Google-eindpuntbeheer op veel manieren de toegang tot een app blokkeren. Volg de stappen hieronder om te zien welke instellingen de installatie van de app mogelijk blokkeren.

Problemen met Android-apps oplossen

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga naar  Menu  Apparaten > Mobiel en eindpunten > Instellingen > Android.

   Hiervoor is het beheerdersrecht Services en apparaten vereist.

3. Klik op Apps en delen van gegevens en controleer de volgende instellingen voor de organisatie-eenheid van de gebruiker:
   1. Beschikbare apps: Als dit is ingesteld op Alleen toegestane apps, moet de app op de lijst met beheerde apps staan voordat de gebruiker deze kan installeren. Als de app niet op de lijst staat, kunt u deze op de lijst zetten.
   2. Systeem-apps: Als u dit instelt op Alles blokkeren of Alle systeem-apps blokkeren, behalve de opgegeven systeem-apps, worden sommige systeem-apps misschien geblokkeerd op apparaten die eigendom zijn van het bedrijf. Als de app een systeem-app is, kunt u de app op de lijst met uitzonderingen zetten.
   3. Onbekende bronnen: Als dit vakje is aangevinkt, kunnen gebruikers geen apps installeren uit andere bronnen dan de Google Play Store. We raden u aan het vakje aangevinkt te laten om te voorkomen dat gebruikers schadelijke apps installeren.

Problemen met iOS-apps oplossen

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga naar  Menu   Apparaten > Mobiel en eindpunten > Instellingen > iOS-instellingen.

   Hiervoor is het beheerdersrecht Services en apparaten vereist.

3. Klik op Apps en services en klik voor de organisatie-eenheid van de gebruiker op App-installatie. Als Gebruikers toestaan apps te installeren niet is aangevinkt, kunnen gebruikers alleen beheerde apps (apps die op de apparatenlijst staan) installeren via de Google Device Policy-app. Als de app niet op de lijst staat, kunt u deze op de lijst zetten.

Als gebruikers privé-iOS-apps of privé-Android-web-apps willen installeren, moeten ze een Google Workspace-licentie hebben en een apparaat met geavanceerd mobiel beheer. Zie Apparaatvereisten voor Google-eindpuntbeheer voor meer informatie.

Sommige apps zijn geografisch beperkt. Vraag de app-ontwikkelaar of er beperkingen zijn ingesteld.

Op iPhones en iPads onder toezicht die eigendom zijn van het bedrijf, kunt u de toegang tot veel iOS-apps uitzetten.

Zo bekijkt u of beheerdersinstellingen een specifieke app blokkeren:

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga naar  Menu   Apparaten > Mobiel en eindpunten > Instellingen > iOS-instellingen.

   Hiervoor is het beheerdersrecht Services en apparaten vereist.

3. Bekijk de functies en apps in de volgende gedeelten:
   1. Safari: Als Safari toestaan is uitgevinkt, kunnen gebruikers Safari niet gebruiken.
   2. Apparaatfuncties: Met de opties in dit gedeelte beheert u iOS-functies zoals accountinstellingen, ScreenTime en Achtergrond.
   3. Apps en services: Met de opties in dit gedeelte beheert u iOS-functies zoals Vind mijn apparaat, Vind mijn vrienden en Meldingen.
   4. Apple-apps: Met de opties in dit gedeelte beheert u iOS-apps, zoals FaceTime, iTunes en Apple News.

Bekijk de informatie over iOS-instellingen voor meer informatie.

Als uw organisatie CAA-beleidsregels heeft ingesteld voor web- of mobiele apps, voldoet het apparaat van de gebruiker mogelijk niet aan de toegangsvereisten.

Bekijk het CAA-controlelogboek om te achterhalen waarom de gebruiker geen toegang heeft tot een app. Ga naar Gebeurtenissen in het logboek Contextbewuste toegang voor instructies.

Zelfs als u een app op de lijst met beheerde apparaten zet, kan app-toegangsbeheer deze nog steeds blokkeren. Zo checkt u de status van een app:

1. Log in met een hoofdbeheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen hoofdbeheerdersaccount gebruikt, kunt u deze stappen niet uitvoeren.

2. Ga naar Menu   Beveiliging > Toegangs- en gegevenscontrole > API-functies > Beheer toegang voor apps van derden.

   U moet zijn ingelogd als hoofdbeheerder om deze taak te kunnen uitvoeren.

3. Klik rechtsboven op de kaart Geopende apps op Lijst bekijken.
4. Zoek de app in de lijst. Als App-toegang op Geblokkeerd staat, kan de gebruiker de app mogelijk niet gebruiken zoals verwacht.

Als een gebruiker een Android-app niet kan verwijderen, kan dit komen doordat u de app afgedwongen installeert en niet toestaat dat deze wordt verwijderd. Voor apparaten die eigendom zijn van het bedrijf kan dit zijn omdat u heeft ingesteld dat gebruikers iOS- of Android-apps niet kunnen verwijderen.

Zo checkt u of een Android-app afgedwongen is geïnstalleerd en niet mag worden verwijderd:

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga naar Menu  Apps > Web- en mobiele apps.

   Hiervoor is het beheerdersrecht Mobiel apparaatbeheer vereist.

3. Klik in de lijst met apps op de app en dan op Instellingen.
4. Als u app-instellingen beheert per organisatie-eenheid of groep, selecteert u de groep of organisatie-eenheid waarvan de gebruiker lid is.
5. Bekijk de waarde bij Toegangsmethode. Als dit is ingesteld op Afgedwongen installeren, checkt u of Voorkomen dat gebruikers de app kunnen verwijderen uitstaat.
6. Als de instelling uitstaat en u gebruikers in die organisatie-eenheid of groep wilt toestaan de app te verwijderen, wijzigt u de waarde in Aan en klikt u op Opslaan.

Zo checkt u of uw beheerdersinstellingen het verwijderen van apps blokkeren op Android-apparaten die eigendom zijn van het bedrijf:

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga naar  Menu  Apparaten > Mobiel en eindpunten > Instellingen > Android.

   Hiervoor is het beheerdersrecht Services en apparaten vereist.

3. Klik op Apps en delen van gegevensApp-instellingen. Als deze instelling uitstaat (vakje is uitgevinkt) voor de organisatie-eenheid van de gebruiker, kan deze geen apps verwijderen of uitzetten.

Zo checkt u of uw beheerdersinstellingen het verwijderen van apps blokkeren op iOS-apparaten die eigendom zijn van het bedrijf:

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga naar  Menu   Apparaten > Mobiel en eindpunten > Instellingen > iOS-instellingen.

   Hiervoor is het beheerdersrecht Services en apparaten vereist.

3. Klik op Apps en servicesApp verwijderen. Als deze instelling uitstaat (vakje is uitgevinkt) voor de organisatie-eenheid van de gebruiker, kan deze geen apps verwijderen.
4. Klik op Systeem-apps verwijderen. Als deze instelling uitstaat (vakje is uitgevinkt) voor de organisatie-eenheid van de gebruiker, kan deze geen systeem-apps verwijderen.