De 3D-weergave wijzigen

Wanneer u in 3D werkt, is het vaak handig om uw perspectief op de elementen waarmee u werkt, te wijzigen. Als u de 3D-weergave van uw project opnieuw wilt oriënteren, klikt u op het gereedschap 3D-werkvlak draaien  en gebruikt u vervolgens uw muis om de weergave te wijzigen. Het wijzigen van de weergave is alleen bedoeld als hulp bij het visualiseren van de 3D-lay-out. De wijzigingen zijn niet van invloed op de voorbeeldweergave of het gepubliceerde werk.

U kunt het object vrij draaien door ergens anders dan op de rotatiegrepen met kleurcode te klikken en te slepen. U heeft echter meer controle wanneer u een object op één as tegelijkertijd draait. Als u bijvoorbeeld de rode ring sleept, wordt de weergave van het werkvlak op de algemene x-as gedraaid.

Selecteer Vooraanzicht, Bovenaanzicht of Zijaanzicht in het menu Weergeven om het werkvlak rechtstreeks vanaf de z-, y- of x-as te bekijken. Als u op het gereedschap 3D-werkvlak draaien dubbelklikt, keert u terug naar de weergave die u heeft geselecteerd.

Wanneer u de menuoptie Weergeven > 3D-raster heeft ingeschakeld, wordt in de 3D-weergave het raster weergegeven voor het parallelle vlak dat zich het dichtst bij uw weergave bevindt. De rasterkleuren komen overeen met de kleur van het 3D-kompas.

Terwijl het werkvlak is gedraaid, kunt u geen liniaalhulplijnen toevoegen of wijzigen.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?

Meer hulp nodig?

Probeer de volgende stappen:

Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
11700822276928259709
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
5050422
false
false
false
false