Als Google Workspace-beheerder kunt u bepalen wie in uw organisatie toegang heeft tot de Vault-service door Vault in of uit te schakelen voor die mensen in de Google Beheerdersconsole. U kunt bijvoorbeeld Vault inschakelen voor accounts met rechten om Vault-taken uit te voeren en de service uitschakelen voor alle andere gebruikers.
Opmerking:
- Als u Vault in- of uitschakelt, heeft dit geen invloed op welke accounts worden gearchiveerd in Vault. Alle gebruikersaccounts met een Vault-licentie kunnen worden gearchiveerd.
- Deze instelling heeft geen invloed op welke accounts bewaarbeleid kunnen wijzigen, kunnen zoeken naar gegevens of andere Vault-functies kunnen uitvoeren. Gebruikers moeten de juiste Vault-rechten hebben om met Vault te kunnen werken.
- Als u Vault inschakelt voor iedereen in uw organisatie, verschijnt het Vault-icoon in de lijst met apps van elke gebruiker. Gebruikers die geen Vault-rechten hebben, vinden het misschien verwarrend om een app te zien die ze niet kunnen gebruiken. Als uw domein organisatie-eenheden heeft, raden we u aan de toegang te beperken tot organisatie-eenheden met Vault-rechten.
Wijzigen wie kan inloggen bij Vault
Voordat u begint: als u de service wilt in- of uitschakelen voor bepaalde gebruikers, plaatst u hun accounts in een organisatie-eenheid (om de toegang te beheren per afdeling) of in een toegangsgroep (om de toegang te beheren voor gebruikers in verschillende afdelingen).
-
Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.
Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.
-
Ga naar Menu
Apps > Google Workspace > Google Vault.
Hiervoor is het beheerdersrecht Service-instellingen vereist.
-
Klik op Servicestatus.
-
Als u een service wilt aan- of uitzetten voor iedereen in uw organisatie, klikt u op Aan voor iedereen of Uit voor iedereen. Klik dan op Opslaan.
-
(Optioneel) Zo zet u service aan of uit voor een organisatie-eenheid:
- Selecteer links de organisatie-eenheid.
- Selecteer Aan of Uit om de servicestatus te wijzigen.
- Kies een van deze opties:
- Als de servicestatus is ingesteld op Overgenomen en u de geüpdatete instelling wilt behouden, zelfs als de instelling voor de bovenliggende organisatie-eenheid wordt gewijzigd, klikt u op Overschrijven.
- Als de servicestatus is ingesteld op Overschrijven, klikt u op Overnemen om de instelling hetzelfde te maken als de instelling voor de bovenliggende organisatie-eenheid, of op Opslaan om de nieuwe instelling te behouden, zelfs als de instelling voor de bovenliggende organisatie-eenheid wordt gewijzigd.
Opmerking: Bekijk meer informatie over de organisatiestructuur.
-
(Optioneel) Als u een service wilt aanzetten voor een groep gebruikers binnen een organisatie-eenheid of in verschillende organisatie-eenheden, selecteert u een toegangsgroep. Ga naar Toegang tot services aanpassen met toegangsgroepen voor meer informatie.