Google Tag Manager instellen voor verbeterde conversies voor leads

1. Open Google Tag Manager
2. Klik in uw Werkruimte op Tags in het navigatiemenu.
3. Klik op Nieuw om een nieuwe tag te maken en selecteer Google Ads-gebeurtenis voor door gebruikers verstrekte gegevens.
4. Doe dit in Tagconfiguratie:
   • Voer in het veld Conversie-ID uw klant-ID voor Google Ads in.
   • Selecteer de optie Nieuwe variabele onder Door gebruikers verstrekte gegevens.
     1. Maak een nieuwe variabele voor door gebruikers verstrekte gegevens.
     2. Stel het type in op Automatisch.
     3. Geef een naam op voor de variabele.
     4. Klik op Opslaan.
5. Stel bij Triggers in wanneer de conversie moet worden geteld:
   1. Als u een nieuwe trigger wilt toevoegen, selecteert u de + in de rechterbovenhoek.
   2. Selecteer een trigger die plaatsvindt nadat het formulier is ingevuld. Bijvoorbeeld formulierinzendingen.
   3. Selecteer Alle formulieren.
   4. Geef de trigger een naam.
   5. Klik op Opslaan.
6. Geef uw nieuwe tag 'Google Ads-gebeurtenis voor door gebruikers verstrekte gegevens' een naam en sla deze op. Uw tag ziet er ongeveer zo uit:

   

De gegevenslaag is een JavaScript-object om gegevens beveiligd door te geven van uw website naar Tag Manager. Als u de gegevenslaag wilt gebruiken, moet u gegevens verzamelen en opslaan in sleutel/waarde-paren en dataLayer.push() gebruiken om ze beschikbaar te maken voor Tag Manager. In Tag Manager kunt u gegevenslaagvariabelen gebruiken om de opgeslagen gegevens op te halen en door uw tags te laten gebruiken.

Zorg dat de verzamelde e-mailadressen of telefoonnummers beschikbaar zijn voor uw gegevenslaag. Als de gebruikersgegevens op een eerdere pagina of iframe zijn verzameld, moeten deze beschikbaar zijn in een variabele voor uw gegevenslaag als deze wordt aangeroepen.

U kunt vooraf gehashte gegevens sturen of niet-gehashte gegevens, die Google hasht voordat de gegevens de servers bereiken. Als u besluit om vooraf gehashte gegevens te sturen, codeert u de gegevens met hex-gecodeerde SHA256. Geef in beide gevallen ten minste een van de volgende velden op: email of phone_number.

Zo pusht u niet-gehashte gegevens naar de gegevenslaag:

1. Sla door gebruikers verstrekte gegevens op uw website op als sleutel/waarde-paren in een JavaScript-variabele. Voorbeeld:

   var leadsUserData = {

     'email': '[email protected]',

     'phone_number': '+11234567890',

     'address': {

       first_name: 'Jan',

       last_name: 'Jansen',

       street: '123 Lemon',

       city: 'Een stad',

       region: 'CA',

       country: 'US',

       postal_code: '12345',

     },

   };

2. Stuur de gebruikersgegevens samen met een gebeurtenis met dataLayer.push(). Bijvoorbeeld:

   <script>

     dataLayer.push({

       'event': 'formSubmitted',

       'leadsUserData': {

         'email': '[email protected]',

         'phone_number': '+11234567890',

         'address': {

            first_name: 'Jan',

            last_name: 'Jansen',

            street: 'Hoofdweg 123',

            city: 'Een stad',

            region: 'CA',

            country: 'US',

           postal_code: '12345',

          },

        },

     });

   <script>

De variabele leadsUserData is nu beschikbaar in Google Tag Manager.

Zo push u vooraf gehashte gegevens naar de gegevenslaag:

1. Hash op uw website Door de gebruiker verstrekt met een hex-gecodeerde SHA256. De sleutel voor gecodeerde gegevens moet beginnen met sha256_. Voorbeeld:

   {'sha256_email_address':await hashEmail(email.trim()),

   }

2. Stuur de gebruikersgegevens samen met een gebeurtenis met dataLayer.push(). In het voorbeeld hieronder staat een implementatie van een gegevenslaag die ervan uitgaat dat u zelf een hashing-functie heeft geschreven en deze asynchroon uitvoert.

   <script>

     dataLayer.push({

       'event': 'formSubmitted',

       'leadsUserData': {

         'sha256_email_address': await hashEmail(email.trim()),

         'sha256_phone_number': await hashPhoneNumber(phoneNumber),

         'address': {

           sha265_first_name: await hashString(firstname),

           sha256_last_name: await hashString(lastname),

           sha256_street: await hashString(streetAddress),

           postal_code: '12345',

          },

        },

     });

   <script>

De variabele leadsUserData is nu beschikbaar in Google Tag Manager.

Stap 2: Zet verbeterde conversies voor leads aan in Google Tag Manager en maak een aangepaste JavaScript-variabele

1. Open Google Tag Manager
2. Klik in uw Werkruimte op Tags in het navigatiemenu.
3. Klik op Nieuw om een nieuwe tag te maken en selecteer Google Ads-gebeurtenis voor door gebruikers verstrekte gegevens.
4. Doe dit in Tagconfiguratie:
   • Voer in het veld Conversie-ID uw klant-ID voor Google Ads in.
   • Selecteer de optie Nieuwe variabele onder Door gebruikers verstrekte gegevens.
     1. Maak een nieuwe variabele voor door gebruikers verstrekte gegevens.
     2. Stel Type in op Code.
     3. Klik op het dropdownmenu voor het veld voor de gebruikersgegevens die u wilt doorgeven en selecteer Nieuwe variabele.
     4. Selecteer Variabele voor gegevenslaag onder Type variabele kiezen.
     5. Verwijs in de Variabele voor gegevenslaag naar uw opgeslagen gebruikersgegevens. Bijvoorbeeld: leadsUserData.
     6. Klik op Opslaan.
5. Stel bij Triggers in wanneer de conversie moet worden geteld:
   1. Als u een nieuwe trigger wilt toevoegen, selecteert u de + in de rechterbovenhoek.
   2. Selecteer een trigger die plaatsvindt nadat het formulier is ingevuld. Bijvoorbeeld formulierinzendingen.
   3. Selecteer Alle formulieren.
   4. Geef de trigger een naam.
   5. Klik op Opslaan.
6. Geef uw nieuwe tag 'Google Ads-gebeurtenis voor door gebruikers verstrekte gegevens' een naam en sla deze op.