App- en extensiebeleid instellen

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga naar Menu   Apparaten > Chrome > Apps en extensies > App-instellingen voor gebruikers.

   Als je je hebt aangemeld voor Chrome Enterprise Core, ga je naar Menu   Chrome-browser > Apps en extensies > Instellingen.

3. (Alleen gebruikers) Doe het volgende om de instelling toe te passen op een groep:
   1. Selecteer Groepen.
   2. Selecteer de groep waarop je de instelling wilt toepassen. 
4. To apply the setting to all users and enrolled browsers, leave the top organizational unit selected. Otherwise, select a child organizational unit.
5. Stel het app- en extensiebeleid in dat je wilt wijzigen. Zie Meer informatie over elke instelling hieronder.
6. Klik op Opslaan.

Standaard mogen gebruikers in deze organisatie-eenheid geen Google Play- of Android-apps installeren op apparaten. Als je gebruikers toegang wilt geven tot de goedgekeurde apps in de Google Play Store op hun ChromeOS-apparaat, selecteer je Gebruikers toestaan Android-apps te installeren.

Hiermee kun je voorkomen dat gebruikers bepaalde soorten apps installeren door het vinkje voor dat type app weg te halen.

Soorten apps:

• Extensie
• Thema
• Google Apps Script
• Gehoste app
• Oude verpakte app
• Chrome-verpakte-app=platform-app

Hiermee kun je opgeven welke URL's extensies, apps en thema's mogen installeren. Als bijvoorbeeld een URL waar je een crx-bestand hebt, overeenkomt met de lijst, verschijnt er een Chrome-installatieprompt als de gebruiker op de URL klikt. Plaats één URL-patroon op elke regel. Zie de Chrome-site voor ontwikkelaars voor voorbeelden.

Dit beleid geldt niet voor Android-apps die worden uitgevoerd op ChromeOS. Zie Android-apps op ChromeOS-apparaten gebruiken voor informatie over het instellen van beleid voor Android-apps op ChromeOS-apparaten waarop deze apps worden ondersteund.

Niet ondersteund in Chrome-versie 78 of hoger

Hiermee kun je kiezen of je onveilig verpakte extensies wilt toestaan.

Hiermee kun je voorkomen dat externe extensies worden geïnstalleerd. Een externe extensie is een extensie die niet wordt geïnstalleerd via de Chrome Web Store.

Je kunt deze instelling op 2 manieren gebruiken:

Het installeren van bepaalde typen extensies blokkeren

Hiermee voorkom je dat gebruikers extensies uitvoeren waarvoor bepaalde rechten zijn vereist die niet worden toegestaan door je organisatie-eenheid.

Zie Apps en extensies blokkeren op basis van rechten voor meer informatie.

Voorkomen dat apps webpagina's aanpassen

Bepaal of apps of extensies in het algemeen de webpagina's kunnen aanpassen die je opgeeft.

Zie Voorkomen dat Chrome-extensies webpagina's aanpassen voor meer informatie.

• Runtime geblokkeerd voor hosts: URL's van pagina's die apps niet mogen wijzigen.
• Runtime toegestaan voor hosts: URL's van pagina's die apps wel mogen wijzigen. Deze toegang geldt zelfs als de pagina's ook onder 'Geblokkeerde URL's' staan.

Hiermee bepaal je of gebruikers de Chrome Web Store-app kunnen zien in de launcher op ChromeOS-apparaten en op de pagina 'Nieuw tabblad'.

Dit beleid wordt beëindigd. Als je de homepage van de Chrome Web Store wilt aanpassen, gebruik je de instelling Pagina's en content.

Hiermee wijzig je de homepage van de Chrome Web Store voor je gebruikers in een aangepaste homepage die wordt getoond als ze zijn ingelogd. Je kunt ook apps en extensies voor je domein aanbevelen in een eigen verzameling in de Chrome Web Store.

Kies Gebruikers toestaan privé-apps die beperkt zijn tot je domein te publiceren in de Chrome Web Store om gebruikers toe te staan privé-apps die beperkt zijn tot je domein te publiceren in de Chrome Web Store. Vervolgens wordt er een optie weergegeven waarmee je kunt toestaan of voorkomen dat gebruikers privé-apps publiceren als de domeinnaam van de launch_web_url of app_url van de app geen eigendom van je organisatie is.

Gerelateerde onderwerpen: Aangepaste Chrome-apps en -extensies maken en publiceren.

Dit beleid geldt alleen voor extensies die zijn geïnstalleerd en geüpdatet via de Chrome Web Store. Dit beleid geldt niet voor extensies van buiten de Chrome Web Store die zelf worden gehost of lokaal zijn geïnstalleerd via de opdrachtregelschakelaar of de ontwikkelaarsmodus. Afgedwongen geïnstalleerde extensies en extensies met vastgezette versies zijn ook uitgesloten.

Hiermee bepaal je of extensies in de Chrome Web Store waarvan de publicatie ongedaan is gemaakt, beschikbaar zijn in de Chrome-browser. Extensies waarvan de publicatie ongedaan is gemaakt in de Chrome Web Store, zijn standaard toegestaan. Als je extensies waarvan de publicatie ongedaan is gemaakt wilt uitzetten, selecteer je Niet-gepubliceerde extensies uitzetten.

Chrome-apps zijn beëindigd op Microsoft Windows, macOS en Linux.

De standaardinstelling Chrome-apps kunnen worden uitgevoerd in Windows, Mac en Linux betekent dat Chrome-apps kunnen worden uitgevoerd op deze platforms, tot de datum waarop de support op alle platforms wordt verwijderd.

Als je de andere optie selecteert, worden Chrome-apps mogelijk niet toegestaan, afhankelijk van de status van de uitrol van de beëindiging.

Chrome-apps die door beleid afgedwongen worden geïnstalleerd, zijn toegestaan, ongeacht de optie die je kiest.

Met de rapportagetool in de Beheerdersconsole kun je controleren of apps zijn geïnstalleerd of dat de installatie ervan is mislukt voor gebruikers en apparaten in je netwerk.

Zie Afgedwongen installaties van Android-apps controleren voor installatiegegevens.

Opmerking: In het rapport staat alleen informatie over beheerde gebruikers die beheerde ChromeOS-apparaten gebruiken waarop Managed Google Play wordt ondersteund.

Kies of alle apps die werden uitgevoerd toen de gebruiker de laatste keer uitlogde aan het begin van een sessie worden geopend.

Als de optie Alle apps en app-vensters herstellen is geselecteerd, geldt de instelling Te laden pagina's bij opstarten alleen als een gebruiker voor het eerst een nieuwe sessie start op een nieuw apparaat of als sessies kortstondig zijn. Zie Te laden pagina's bij opstarten voor meer informatie.

Selecteer een van de volgende opties:

• Alle apps en app-vensters herstellen (standaard): Apps en app-vensters worden wel of niet hersteld bij het opstarten, afhankelijk van de optie die je selecteert bij Selecteer het gewenste gedrag.
• Alleen de Chrome-browser herstellen: Alleen browservensters worden automatisch hersteld.

Hiermee kun je kiezen of ghost-vensters moeten worden gemaakt als Android-apps worden hersteld na een crash of opnieuw opstarten.

Ghost-vensters zijn een voorbeeld van Android-apps die nog worden geladen. De gebruiker ziet dat een app snel beschikbaar is en hoeft de app niet handmatig te zoeken en te starten.

Op de ChromeOS-apparaten van je gebruikers bevat de Launcher vooraf geïnstalleerde creativiteitsapps. Deze apps omvatten Camera, Canvas, Galerij en Screencast. Gebruik deze instelling om aan te geven welke van die apps je op de plank wilt vastzetten op apparaten. Gebruikers kunnen deze niet losmaken.

Voor Education-klanten worden Canvas en Screencast standaard vastgezet op de plank. Anders worden geen van de creativiteitsapps die vooraf zijn geïnstalleerd in de Launcher vastgezet op de plank.

Check het beleid voor PinnedLauncherApps voor meer informatie over hoe je apps kunt vastzetten in de Launcher.

Als beheerder kun je apps toewijzen als bestandsextensiehandlers voor een bepaald bestandstype, zoals .docx of .pdf. Als een gebruiker dubbelklikt op een bestand, opent de handler voor bestandsextensies voor dat bestandstype het bestand. Als je een bestandsextensiehandler instelt, voorkom je niet dat gebruikers met de linkermuisknop op het bestand klikken en het openen met een andere app. Bestandsextensiehandlers die je hier instelt, hebben voorrang op de instelling voor cloud-uploadbeleid en op bestandsextensiehandlers die door gebruikers op het apparaat zijn ingesteld.

Als je een app als bestandsextensiehandler wilt gebruiken, moet de app afgedwongen zijn geïnstalleerd en het bestandstype waarvoor de app is ingesteld kunnen openen. Als de app niet afgedwongen is geïnstalleerd, wordt deze gemarkeerd met 1 sterretje: myApp*. Als Google niet kan verifiëren of de app het ingestelde bestandstype ondersteunt, wordt de app gemarkeerd met 2 sterretjes: myApp**. Google verifieert op dit moment alleen Chrome-apps en progressive web-apps (PWA's). Het bestandstype moet expliciet worden vermeld in het manifest (niet met jokertekens). Voor .txt-bestanden is dit txt. Omdat de verificatiemogelijkheden beperkt zijn, staat Google toe dat je bestandsextensiehandlers instelt die misschien niet compatibel zijn met het betreffende bestandstype. Als de app niet compatibel is met het bestandstype, negeert het apparaat de standaard bestandshandler.

In tegenstelling tot ander beleid worden bestandsextensiehandlers samengevoegd voor groepen en organisatie-eenheden. Als je een csv-handler instelt in de organisatie-eenheid van de gebruiker en een txt-handler in de groep van de gebruiker, krijgt de gebruiker beide handlers. Als je niet wilt dat de gebruikers in de groep de csv-handler van de organisatie-eenheid krijgen, ga je naar de groep en maak je een csv-handler. Je kunt de csv-handler instellen op een andere app of deze niet instellen. Als je een andere csv-handler instelt in de groep, heeft deze voorrang op de csv-handler van de organisatie-eenheid. Als je de csv-handler niet instelt, is dit hetzelfde als wanneer je nog nooit een csv-handler hebt ingesteld. In deze situatie stelt het apparaat een eigen bestandsextensiehandler in.

Het apparaat kiest de bestandsextensiehandler op basis van deze criteria:

1. Cloud-uploadbeleid als dit is ingesteld op Geautomatiseerd en het bestand een doc-, docx-, ppt-, pptx-, xls-, xlsm- of xlsx-bestand is.
2. Door gebruikers gedefinieerde bestandsextensiehandlers, indien ingesteld.
3. Meest recent geïnstalleerde app die kan fungeren als bestandsextensiehandler.