1: Maak regels voor ChromeOS-gegevensbeheer

Je kunt regels voor gegevensbeheer maken en beheren in het gedeelte Regels van de Google Beheerdersconsole. Het regeltype is ChromeOS-actie.

Aandachtspunten

• Geef bron- en bestemmings-URL's op voor Chrome-apps, -extensies en PWA's als URL's. Zie URL-patroonnotatie voor Enterprise-beleid voor meer informatie.
  • Indeling van Chrome-apps en -extensies: chrome-extension://[chrome web store id]
  • Ga naar Web-apps automatisch installeren voor PWA's.
• Je kunt meerdere bronnen en bestemmingen opgeven met een door komma's gescheiden lijst. Sterretjes worden ondersteund. Ga naar Indeling van URL-filter voor een volledige beschrijving van wat er kan worden gedefinieerd.
• Niet op URL's gebaseerde bestemmingen worden ondersteund met selectievakjes. Beheer per app voor Android-apps wordt niet ondersteund.

• Als regels overlappende beperkingen hebben voor dezelfde bron- en bestemmings-URL's, is de prioriteitsvolgorde als volgt:

  • Toestaan
  • Blokkeren
  • Waarschuwen
  • Melden
  • Geen beleid ingesteld

• Je kunt regels voor Toestaan gebruiken om uitzonderingen op beperkingen te maken. Je kunt bijvoorbeeld plakken naar alle websites blokkeren, maar plakken tussen door je werk goedgekeurde web-apps toestaan.

Bekijk Voorbeeldscenario's voor voorbeelden van hoe je regels kunt maken voor veelvoorkomende use cases.

Regels voor gegevensbeheer maken en beheren

1. Log in met een beheerdersaccount op de Google Beheerdersconsole.

   Als u geen beheerdersaccount gebruikt, heeft u geen toegang tot de Beheerdersconsole.

2. Ga op de homepage van de Beheerdersconsole naar Regels en klik op Regel makenChromeOS-actie.
3. Vul bij Naam regel een naam in, bijvoorbeeld Gegevens extern delen.
4. Vul een beschrijving in, bijvoorbeeld Waarschuwen als documenten buiten het bedrijf worden gedeeld.
5. Definieer het bereik van de regel.
   • Toepassen op de hele organisatie.
   • Toepassen op specifieke organisatie-eenheden of groepen door organisatie-eenheden en groepen te selecteren om op te nemen of uit te sluiten.
6. Klik op Doorgaan.
7. Selecteer onder Triggers een of meer gebeurtenissen of apparaatfuncties die deze regel activeren.
8. Voer onder Voorwaarden de URL's in waarop de regel wordt toegepast. Dit betekent dat als de gebruiker een actie uitvoert of content bekijkt op een van die URL's, de regel wordt toegepast.
9. Selecteer onder Acties welke actie voor elke trigger wordt toegepast.
10. Klik op Doorgaan.
11. Controleer de regel en klik op Maken.

12. Selecteer Actief en klik op Afronden om de regel aan te zetten.

Opmerking: Je kunt Inactief selecteren om een regel uit te zetten zonder deze te verwijderen.