Uw Google-tag instellen in Google Tag Manager

Google Tag Manager is een tagbeheersysteem waarmee u tags op uw site kunt instellen en beheren zonder de code van uw website te wijzigen. Als u Tag Manager wilt gebruiken, voegt u 2 codefragmenten toe aan elke pagina van uw website. Nadat u de fragmenten aan uw code heeft toegevoegd, hoeft u geen grote wijzigingen meer door te voeren in uw code. U hoeft dan alleen nog uw tags in te stellen en te beheren via de website van Google Tag Manager. Meer informatie over Google Tag Manager

Als u een websitebouwer of CMS zoals WordPress, Shopify of Wix gebruikt, vindt u hier meer informatie over hoe u uw Google-tag installeert met een websitebouwer of CMS.


Op deze pagina


Voordat u begint

Als u al een Google-tagfragment op uw site heeft en wilt upgraden naar alleen Tag Manager, volgt u de stappen in de migratiehandleiding.


Waar vind ik mijn Google-tag-ID in Google Tag Manager?

How to find your Google tag ID and use it for website tracking

Zet YouTube-ondertiteling aan voor ondertiteling in uw eigen taal. Selecteer het icoon Instellingen Afbeelding van icoon voor YouTube-instellingen onderaan de videospeler, selecteer Ondertiteling en kies dan uw taal.


  1. Ga naar Google Tag Manager.
  2. Log in op uw Google-account.
  3. Klik onder Uw Google-tag op de Google-tag.
  4. Kopieer de Google-tag-ID onder Taggegevens.

Uw Google-tag instellen in Google Tag Manager

Vanaf 10 april 2025 laden containers met Google Ads- en Floodlight-tags automatisch eerst een Google-tag voordat er gebeurtenissen worden gestuurd. 

Stap 1: Maak een Google-tag

  1. Ga naar Google Tag Manager.
  2. Selecteer de container die u wilt instellen.
  3. Klik in het menu Tags op Nieuw.
  4. Voer een naam in voor de tag.
  5. Selecteer in het vak Tagconfiguratie de optie Google-tag.
  6. Voer in het veld Tag-ID uw Google-tag-ID in.
  7. Klik op Opslaan.

U ziet misschien een tagdiagnose waarin u wordt gevraagd een Google-tag toe te voegen. Klik op Alle problemen bekijken om de suggesties te controleren en klik zo nodig op Google-tag toevoegen. Klik op Toevoegen aan werkruimte om de voorgestelde wijzigingen aan uw werkruimte toe te voegen.

Optionele instellingen

U kunt aanvullende configuratieopties instellen om te beheren hoe uw Google-tag communiceert met bestemmingen. Als u de Google-tag heeft ingesteld en alle standaardinstellingen wilt behouden, gaat u door naar Stap 2: Maak een trigger.

  • Instellingen voor algemene parameters: Als u algemene context voor verschillende Google-tags wilt bepalen, kunt u met gtag.js algemene parameters rechtstreeks op uw website definiëren. In de documentatie voor ontwikkelaars wordt uitgelegd hoe u parameters opnieuw gebruikt voor meerdere tags.
    • Opmerking: Algemene parameters worden gelezen door alle Google-tags op uw website. Gebruik deze optie alleen voor niet-gevoelige gegevens.
  • Configuratie-instellingen: U kunt aanvullende configuratieparameters bepalen die van invloed zijn op de instellingen van de Google-tag.
  • Gedeelde gebeurtenisinstellingen: U kunt aanvullende parameters bepalen die met elke gebeurtenis worden gestuurd, zoals de currency van een prijs. Gebeurtenisparameters zijn alleen geldig voor de tag waaraan u ze toevoegt.
  • Gegevens sturen naar een tagserver: Met taggen vanaf de server kunt u bepaalde tags van uw website of app naar een server verplaatsen en zo de prestaties verbeteren. Meer informatie over taggen aan de clientzijde versus taggen vanaf de server
    • Gebruik de volgende parameter als u alle gebeurtenissen naar een Tag Manager-servercontainer wilt sturen in plaats van naar Google Analytics:
      1. Open het menu Configuratie-instellingen.
      2. Stel de servercontainer-URL in door een nieuwe configuratieparameter toe te voegen:
        • Naam: server_container_url.
        • Waarde: Stel in op de servercontainer-URL van uw Tag Manager-servercontainer.
  • Stel gebruikersproperty's in: Gebruikersproperty's zijn kenmerken die groepen in uw gebruikersbestand beschrijven, zoals hun taalvoorkeuren of geografische locaties. Met gebruikersproperty's kunt u doelgroepen definiëren. U kunt bijvoorbeeld een gebruikersproperty instellen met de naam favorite_food. Hiermee registreert u het favoriete gerecht van elke gebruiker. Met deze gegevens kunt u gebruikers segmenteren op hun favoriete gerecht.
    • Analytics verzamelt automatisch bepaalde gebruikersdimensies. U hoeft dus geen gebruikersproperty's hiervoor te definiëren. U kunt maximaal 25 extra gebruikersproperty's instellen per Google Analytics 4-property.
    • Als u aangepaste gebruikersproperty's wilt meten, maakt u een nieuwe variabele voor gebeurtenisinstellingen voor de Google-tag en wijst u deze toe aan de Google-tag.

Stap 2: Maak een trigger

Stel een trigger in om de Google-tag te laden als iemand uw website laadt.

  1. Als u wilt zorgen dat de Google-tag vóór andere triggers wordt geactiveerd, klikt u op Triggers en gebruikt u de trigger Initialisatie - Alle pagina's. Meer informatie over paginatriggers
  2. Geef de tag een naam.
  3. Klik op Opslaan.

Stap 3: Publiceer de container

Klik op Sturen om uw website te updaten met de nieuwste wijzigingen.


Volgende stappen

Het kan tot 30 minuten duren voordat de gegevensverzameling start. Nadat de gegevensverzameling is gestart, controleert u uw Google-tag.

Gebruik de handleiding voor Google Tag Manager als u meer tags wilt instellen in Tag Manager.


Gerelateerde links

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
8797210424743212716
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
69256
false
false
false
false